Je maakte al eerder kennis met de verschillende benodigdheden voor borduren en ook de beste manier om je patroon op stof over te brengen is uitvoerig besproken. Dat betekent dat je alles hebt om te kunnen beginnen met borduren. Maar dan? Het is niet vanzelfsprekend dat je weet hoe je met borduurgaren omgaat (wist ik in ieder geval echt niet de eerste keer) of hoe je zorgt dat de stof goed in de borduurring zit. Geen zorgen, we gaan je helpen. In deze gids vind je alles over borduren voor beginners.
1. Kies een borduurpatroon en verzamel alle materialen
Borduren begint altijd bij het borduurpatroon. Of je dit nu kant-en-klaar koopt of zelf ontwerpt. We schreven al eerder over de basismaterialen die je nodig hebt voor borduren, maar het is natuurlijk aan jou welke je kiest.
Heb je nog niet zoveel materialen in huis? Kies dan voor een borduurpakket. Daarin vind je niet alleen een patroon, maar ook de naald, de ring, stof en verschillende garen. Ook leren ze je welke steken je moet gebruiken en met een beetje geluk zijn er video’s beschikbaar. Een borduurpakket is echt een aanrader voor beginners.
2. Knip de stof op het juiste formaat
Mocht je een borduurwerk maken wat in de ring moet blijven, dan zul je zelf de stof op het juiste formaat moeten knippen. Het werkt het fijnste als je ongeveer 1 centimeter speling aan de zijkant van de borduurring over houdt. Leg je borduurring op de stof en knip een vierkant uit. Ik knip het zelf vaak pas netjes rond als het werk af is, maar dit kun je natuurlijk ook direct doen. Extra tip: gebruik een kartelschaar, want daardoor gaat de stof niet rafelen.
3. Breng het patroon over op stof
Het is afhankelijk van je gekozen techniek of je deze stap voor het stof spannen of erna toepast. Zo is je patroon overtrekken met pen een stuk eenvoudiger als de stof al gespannen is. Kies je voor een strijkmethode, dan is dat juist een onmogelijke opgave als de stof al gespannen is. Welke methode om borduurpatronen over te nemen het beste bij jou past.
Als beginner kun je prima met een (gewone) pen het patroon overtrekken op de stof. Zorg dan dat je het patroon op het raam plakt (washitape laat geen strepen achter) en hou hier je patroon tegenaan. Je kunt natuurlijk ook een lightpad gebruiken. Vervolgens kun je met pen op de stof tekenen. Let op dat gewone pen niet uitwisbaar is. Werk dus netjes!
Lees meer over de verschillende manieren om borduurpatronen over te nemen op stof.
4. Span de stof strak in de borduurring
Met de stof op het juiste formaat, kun je gaan spannen in de borduurring. Het is belangrijk dat je de stof goed strak spant, want dat werkt het fijnste en levert het mooiste resultaat op. Draai je borduurring open, zodat je de binnenring eruit kunt halen. Leg je ontwerp in het midden over de binnenste ring. Duw vervolgens de grote ring over de stof en de binnenste ring heen. Draai de ring vast, maar laat wat speling over. Voor je de ring helemaal vastdraait, trek je de stof zo strak als mogelijk. Hoe dunner de stof is, hoe voorzichtiger je dat moet doen. Als je tevreden bent, draai je de borduurring zo strak als mogelijk. Let wel, tijdens het borduren kan het zijn dat je de stof opnieuw strak moet trekken. Niets om je zorgen over te maken, dat is een gevolg van de stof bewerken.
5. Verdeel en knip borduurgaren
Borduren zonder draad is bijzonder lastig, dus hoog tijd dat we ons gaan verdiepen in de borduurgaren. Borduurgaren bestaat uit een bosje van zes losse draden. In de meeste borduurwerken wordt geadviseerd om met twee of drie draden tegelijk te borduren. Bij één draad krijg je een heel subtiel resultaat en bij zes draden een grof resultaat. Voor je de draad splitst, knip je de borduurgaren eerst op de juiste lengte. Hoe langer de draad is, hoe groter de kans op ongewenste knopen. Hou daarom ongeveer een onderarmlengte aan. De losgeknipte garen splits je vervolgens zodat je het gewenste aantal draden door het oog van de naald kunt halen.
6. Start met borduren (borduurdraad aanhechten)
In principe kun je nu los. Toch stopt de gids hier nog niet, want er zijn twee essentiële vaardigheden die wat extra aandacht verdienen. Te beginnen met het vastzetten van de draad. Je wilt immers dat je borduurwerk goed blijft zitten in de stof. Ook wil je ervoor zorgen dat je borduurwerk netjes blijft. Denk bijvoorbeeld aan dunne stof waar je doorheen kunt kijken. Dan zijn slordige knopen een absolute no go.
Een van de manieren om je draad vast te zetten is met behulp van een simpel knoopje. Deze methode gebruik ik het meeste, omdat het zowel makkelijk als subtiel is. Je rijgt de draad door de naald, maar raakt de stof nog niet aan. Je pakt de naald met je ene hand vast en met je andere hand pak je het uiteinde van je draad. Vervolgens sla je deze draad twee of drie keer (afhankelijk van de hoeveelheid draden) om de naald. Dit mag best strak om de naald zitten. Vervolgens leg je je vingers op deze omgeslagen draden en laat je ze voorzichtig van de naald naar het uiteinde van de draad glijden. Wanneer je bij het einde van de draad bent, merk je dat de draden zichzelf in een knoop trekken. Vervolgens kun je de draad van achter naar voren halen, zodat het knoopje aan de achterkant van de stof vast zit.
Er zijn nog veel meer technieken om je borduurwerk vast te zetten. Zo kun je bijvoorbeeld ook met een tijdelijke knoop werken die je later wegknipt. Voor beginners is de knoopmethode echter prima.
7. Borduren
Leef je uit, maak er een feestje van en probeer af en toe je hand te ontspannen om kramp te voorkomen.
8. Afronden (borduurdraad vastzetten)
De reden dat stap 7 apart benoemd staat, is omdat het ook belangrijk is om te leren hoe je een draad goed afhecht. Het afhechten van een borduurdraad gebeurt immers ook tijdens het borduren. Als je van kleur wisselt of als je simpelweg door je draad heen bent.
De snelste manier om de draad vast te zetten is door aan de achterkant van je borduurwerk de draad aan je werk vast te zetten. Wanneer je je draad vastzet, dan zorg je dat je de naald aan de achterkant van het borduurwerk hebt. Ga vervolgens met de naald onder een geborduurde draad door, zonder dat je daarbij door de stof gaat. Je gaat enkel met de naald onder de draad door. Voor je je naald helemaal aantrekt, steek je deze eerst door de lus die ontstaat door het onderdoor halen. Wanneer je vervolgens de draad aantrekt, trek je deze direct in een knoop vast aan je borduurwerk. Knip vervolgens de draad zo dicht mogelijk bij de knoop af en je bent klaar!